Wil je meer weten over de ontwikkeling van het klimaat? Het KNMI geeft regelmatig een (digitaal) magazine uit met de staat van het klimaat.
02 | KNMI specials (rijksoverheid.nl) Via deze link kun je alle informatie lezen.
Hieronder lichten we er een paar dingen uit.
Het weer in Nederland in 2022 – gemiddelden en trends | KNMI specials (rijksoverheid.nl)
2022: op twee na warmste jaar
2022 was een zeer warm jaar. Met een gemiddelde temperatuur van 11,6 °C was 2022 het op twee na warmste jaar sinds het begin van de metingen in 1901, na 2014 en 2020 (beide 11,7 °C). Dat is 1,1 °C hoger dan normaal (het 1991-2020 gemiddelde) en 0,6 °C hoger dan het gemiddelde over de afgelopen tien jaar. Het aantal zachte (dagelijks maximum ≥ 15 °C), warme (≥ 20 °C), zomerse (≥ 25 °C) en tropische dagen (≥ 30 °C) was groter dan normaal. Het aantal zachte dagen was 206 en was daarmee het hoogste aantal sinds het begin van de metingen in 1901.
Meeste zonnestraling sinds begin metingen
2022 was het jaar met de meeste zonnestraling sinds het begin van de metingen in 1965. Gemiddeld over het land was de zonnestraling 436 kJ/cm2, oftewel 138 W/m2, 15% meer dan de normale (1991-2020) waarde van 120 W/m2. Ook de zomer was recordzonnig, met een zonnestraling van 240 W/m2, 17% meer dan normaal. Ook in de lente was de zonnestraling 17% meer dan normaal. De lente was de een na zonnigste van de meetreeks, na de lente van 2020.
De jaarlijkse zonnestraling neemt toe sinds de jaren 90, met ruim 3% per tien jaar. De toename is het grootst in de lente, bijna 5% per tien jaar. De toename in zonnestraling is vooral het gevolg van een afname in de bewolking, die samenhangt met het vaker voorkomen van hogedrukgebieden in de lente en de zomer.
Opbrengst zonnepanelen
2022 was erg warm, met de meeste zonnestraling. Het is niet voor niets dat 2022 een record vestigde wat betreft de opbrengst van zonnepanelen. Zie Opbrengst van zonnepanelen – Energiekennisbank.
Internationale context | KNMI specials (rijksoverheid.nl)
Het weer in Nederland staat uiteraard niet op zichzelf. Het heeft een sterke relatie met het weer in de rest van Europa en met veranderingen van het wereldwijde klimaat. We noemen hieronder een aantal beweringen die in de KNMI-special verder worden toegelicht.
Wereldwijde klimaatindicatoren
De uitstoot van CO2 door de mens neemt nog steeds toe. In 2021 was de uitstoot 39 gigaton, ruim 1 gigaton meer dan in 2020. De uitstoot in 2022 (voorlopige data) was 1% hoger dan in 2021. Bemoedigend is wel dat de snelheid waarmee de uitstoot toeneemt deze eeuw kleiner is geworden.
Wereldwijd waren de afgelopen acht jaar de warmste ooit gemeten. De wereldgemiddelde temperatuur in 2022, berekend uit zes verschillende datasets, was 1.15 ± 0.13 °C boven de pre-industriële (1850-1900) waarde.
De wereldgemiddelde zeespiegel is in 2022 verder gestegen. De gemiddelde snelheid van de stijging is 3,4 cm per decennium in de periode 1993-2022 waarvoor satellietdata beschikbaar zijn. Van de eerste tien jaar (1993-2002) tot de laatste tien jaar (2013-2022) is de snelheid echter verdubbeld naar 4,4 cm per decennium.
Extreem weer
Dit onderdeel is verplichte kost voor degenen die beweren dat het zo’n vaart niet loopt met de klimaatverandering. Er vallen op diverse plaatsen op de wereld veel slachtoffers als gevolg van extreme weersomstandigheden. We nemen de tekst in zijn geheel over:
Grote delen van Pakistan in Zuid-Azië hadden in de zomer van 2022 te maken met extreem veel regen tijdens de moesson. Een derde van het land werd hierdoor getroffen door overstromingen. Hierdoor kwamen grote delen van het land onder water te staan. Aan de overstromingen ging een extreme hittegolf vooraf. Klimaatverandering heeft de kans op zo’n hittegolf 30 keer zo groot gemaakt, en heeft naar alle waarschijnlijkheid ook bijgedragen aan de intensiteit van deze moessonregens. Grote delen van West-Afrika werden in de zomer getroffen door overstromingen als gevolg van hevige neerslag. Klimaatverandering heeft de kans hierop 80 keer zo groot gemaakt. Argentinië en Paraguay hadden in november en december te maken met twee hittegolven en recordhoge temperaturen. Klimaatverandering heeft de kans hierop 60 keer zo groot gemaakt. De genoemde toenames van de kans op hitte en hevige neerslag blijken uit onderzoek van World Weather Attribution (WWA), een internationaal team van wetenschappers waar het KNMI deel van uitmaakt.
Europa warmt twee keer zo snel op als het wereldgemiddelde
Van alle continenten warmt Europa het snelst op. In de afgelopen 30 jaar is Europa opgewarmd met een snelheid van 0,5 °C per tien jaar. Dat is twee keer zo snel als de wereldgemiddelde opwarming.
Nederland is al 2,3 °C opgewarmd!
Sinds begin vorige eeuw is Nederland 2,3 °C opgewarmd, ongeveer twee keer zoveel als de mondiale opwarming van 1,2 °C. In het Klimaatakkoord van Parijs is vastgelegd de mondiale opwarming te beperken tot ruim onder de 2 °C, met een duidelijk zicht op 1,5 °C. Voor het noordelijk halfrond is de opwarming van 1,5 °C al in 2020 bereikt, voor Nederland gebeurde dat rond 2000. Bij de huidige trends bereikt de mondiale opwarming de 1,5 °C rond 2033, en de opwarming van het noordelijk halfrond de 2,0 °C rond 2037.
Lees dus verder op Internationale context | KNMI specials (rijksoverheid.nl).
Zeer droog, vier stormen | KNMI specials (rijksoverheid.nl)
Hieronder een paar samenvattende teksten, de details lees je in de Special zelf.
Het was niet eerder zo droog in deze eeuw als in 2022. Over het hele jaar viel er in 2022 iets minder neerslag dan normaal. In de lente en vooral ook in de zomer viel er weinig neerslag. In de zomer was de hoeveelheid neerslag landelijk gemiddeld 40% minder dan normaal. Samen met de sterke verdamping door de grote hoeveelheid zonnestraling, leidde de geringe neerslag tot een groot neerslagtekort in het zomerhalfjaar. Niet eerder deze eeuw was Nederland zo droog als dit jaar.
Meer wind in winter, minder in de zomer
Er was vooral weinig wind in de zomer, gemiddeld 3,9 m/s, 11% minder dan normaal, de laagste waarde sinds het begin van de meetreeks in 1968. In de winter was de windsnelheid juist 5% hoger dan normaal. Dit kwam vooral door de vier stormen genaamd Corry, Dudley, Eunice en Franklin op, respectievelijk, 31 januari en 16, 18 en 20 februari. De stormen Corry en Franklin waren goed voor een code oranje, de zware stom Eunice voor een code rood (weeralarm). Dat er zoveel stormen waren is toeval, de invloed van klimaatverandering op het ontstaan van winterstormen is klein, ze nemen niet toe in aantal en kracht. Wel neemt in een warmer klimaat de hoeveelheid neerslag toe die met deze stormen gepaard gaat.
Relatieve vochtigheid neemt af
De relatieve vochtigheid geeft aan hoeveel waterdamp de lucht bij de heersende temperatuur bevat. Een waarde van 100% wijst op een maximale hoeveelheid waterdamp. De lucht is dan verzadigd. Bij een relatieve vochtigheid van 50% bevat de lucht bij de heersende temperatuur de helft van de maximaal mogelijke hoeveelheid waterdamp.
De relatieve vochtigheid in Nederland is deze eeuw afgenomen, van jaargemiddeld 81% aan het begin van de eeuw tot de huidige waarde van 78%.
Ook elders in de wereld neemt de relatieve vochtigheid af, vooral boven land. Dit komt onder meer doordat de opwarming van de aarde boven land sterker is dan boven zee. Vochtige lucht vanuit zee warmt daardoor gemiddeld sterker op als deze boven land komt. Omdat warmere lucht meer vocht kan bevatten, daalt hierdoor de relatieve vochtigheid.
Zeespiegel Nederland en BES-eilanden | KNMI specials (rijksoverheid.nl)
Elk jaar stuwen noordwesterstormen voor een aantal dagen het zeewater met tientallen centimeters op langs de Nederlandse kust. Door variaties in het aantal en de kracht van de stormen kan de jaargemiddelde zeespiegel van jaar op jaar soms met 10 centimeter verschillen.
In 2022 is een KNMI-studie verschenen naar de stijging van de zeespiegel. De mate van opstuwing kent een terugkerend patroon met een periode van 40 tot 60 jaar, waarbij stormen en zeespiegel afwisselend toe- en afnemen. Vanaf 1990 werd de zeespiegel geleidelijk minder opgestuwd. Zonder dit effect zou de zeespiegel bij Nederland versneld zijn gestegen, net als de wereldgemiddelde zeespiegel. De stijging bedraagt nu zo’n 3 mm per jaar, zo’n 1,5 keer zo snel als het gemiddelde ver de vorige eeuw.
De zeespiegelstijging bij de BES-eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba is in 2022 ook door het KNMI onderzocht. Metingen laten zien dat deze stijging in de periode 1993-2019 vergelijkbaar was met de wereldgemiddelde stijging: 3,3 mm per jaar bij Bonaire en 2,9 mm per jaar bij Sint Eustatius en Saba. Dit is niet vanzelfsprekend, want de zeespiegel kan regionaal sterk variëren. De verwachting is dat de zeespiegel bij de BES-eilanden ook in de toekomst ruwweg gelijke tred houdt met de wereldgemiddelde stijging. De verwachte wereldgemiddelde zeespiegelstijging in 2100 ten opzichte van de periode 1986-2005 ligt tussen de 30 cm en 120 cm.
Meer informatie
Jaar 2022: hitte, droogte en stormen
Jaaroverzicht van het weer in Nederland, 2022