Elk oppervlak heeft een bepaalde temperatuur en straalt (afhankelijk van de omgevingstemperatuur) warmte uit. Deze warmtestraling is met het blote oog niet te zien. Voor een warmtebeeldcamera is dit geen probleem. Met behulp van infraroodtechniek wordt het verschil in warmte-uitstraling zichtbaar gemaakt.
Met het beeld van een warmtebeeldcamera kun je dus perfect zien waar mogelijke koudebruggen, isolatie problemen of lekkages zitten. Je kunt dus niet ‘door materiaal heen’ kijken, maar wel een lekkage dieper in de muur waarnemen. Doordat het ‘koude’ vocht in een ‘warme’ muur condenseert ontstaat er een temperatuurverschil. Het gecondenseerde vocht koelt het materiaal af, waardoor het temperatuurverschil duidelijk waarneembaar is.
Voorwaarden
Voor een goed warmtebeeld moet er minstens 10 graden verschil zijn tussen binnen- en buitentemperatuur. De camera kan zowel aan de binnen- en buitenkant van de woning worden gebruikt voor het opsporen van warmtelekken. Voor het maken van foto’s buiten mag het niet te warm zijn, maximaal 5 graden. Ook moet de gevel droog zijn en met eventuele opwarming door zonnewarmte uit de gevel verdwenen zijn. Er mag geen verstoring door zonnestralen of neerslag zijn. ’s Winters vroeg in de ochtend of bij bewolking zijn de omstandigheden daarom het beste. Het aantal dagen in een jaar om een warmtescan te doen is dus redelijk beperkt. Er zijn verschillende camera-types. Het is handig als de camera naast de warmtebeeldfoto tegelijk een digitale foto maakt, dit maakt het een stuk makkelijker om later terug te zien waar de foto is genomen.
Zie ook informatie van Milieucentraal over Warmtebeelden.
Warmtescan via buurtinitiatieven
Duurzaam Hengstdal doet dit soort onderzoek met vrijwilligers en een eigen warmtebeeldcamera. Hieronder (een link naar) een film van Duurzaam Hengstdal. Energiecafé Mook en Middelaar biedt ook warmtescans aan voor haar bewoners ().